Ga naar de inhoud

Afkomst, strijd en succes: knokken voor je plek

Afkomst, huiselijk geweld, stigma en scheiden: thema’s die vaak onzichtbaar blijven, maar diepe sporen nalaten.Zijn verhaal laat zien hoe afkomst en oordeel generaties tekenen, maar ook hoe kracht en zorgzaamheid juist uit strijd kunnen groeien.

jongen die moet vechten knokken om uit cirkel te komen. maakt trappende beweging en zit gevangen in soort trechter
Miranda Boerkamp Geschreven door , laatste update: 21 september 2025

Uit het dagboek van een mediator.
Succes lijkt van buitenaf soms zo vanzelfsprekend. Alsof het uit de lucht komt vallen, alsof het je gegund is. Maar achter veel verhalen schuilt een harde werkelijkheid: strijd. Strijd om gezien te worden. Strijd om overeind te blijven. Strijd om simpelweg te mogen bestaan zonder dat er op je wordt neergekeken.

Mijn vriend is zo iemand die altijd heeft moeten knokken. Letterlijk en figuurlijk. Zijn jeugd werd getekend door huiselijk geweld. Zijn moeder bleef noodgewongen veel te lang bij haar tweede man, omdat scheiden toen niet geaccepteerd werd. Not done, zeker niet voor een tweede keer. Wat een verstikkende druk lag er vroeger op dat stigma: je bleef, ook al ging je kapot. En met jou je kinderen.

Voor hem betekende dat een jeugd waarin een agressieve stiefvader de toon zette. Waar je als kind al verantwoordelijkheid droeg die je nooit had mogen hebben. Waar er geen veiligheid was, geen zorgeloosheid, geen rechtvaardigheid. Jeugd? Die was er te weinig. Er was meer overleven.

De last van afkomst

Alsof dat niet genoeg was, lag er ook nog het oordeel van buiten. Zijn grootouders kwam naar Nederland. In het land van herkomst waren ze succesvol: zijn opa was chirurg, ze hadden een eigen bedrijf, er was respect en zekerheid. Maar hier telde dat allemaal niet. Hier moesten ze opnieuw beginnen – vanaf nul.

Alsof het verleden niets waard was. Alsof de offers die zij hadden gebracht – het vechten, de oorlogen, Jappenkampen, het verlies – er niet toe deden. Ze werden te vaak gezien als tweederangs, nooit volwaardige Nederlanders. Het talent, de kennis, de waardigheid die ze meenamen, werd niet erkend.

Dat stigma drukt. Het maakt dat je altijd nét iets harder moet lopen. Dat je dankbaar moet zijn als iemand vindt dat je “toch nog goed terecht bent gekomen.” Alsof afkomst en armoede bepalen hoeveel recht je hebt op succes. Alsof je eerst door de modder moet kruipen om te bewijzen dat je erbij hoort.

Wat moeten we ons schamen dat we zo neerkijken op mensen. Dat we, naast het gebrek aan geld en zekerheid, ook nog een last van oordeel op hun schouders leggen.

Te vroeg volwassen

Toen zijn moeder eindelijk besloot de agressieve man te verlaten, was mijn vriend al veel te jong de man van het gezin. Hij moest zorgen, beschermen, werken. Hij moest opkomen voor een broertje dat bijna doodgeslagen werd. Er was geen held die dat voor hem deed. Dus werd hij zelf de held van zijn verhaal.

Dat tekent je. Dat laat sporen na in je lijf en je wezen. Je leert knokken voor je plek, je leert altijd paraat te staan. En ondertussen mis je wat ieder kind zou moeten hebben: de vrijheid om gewoon kind te zijn. Ik zie het ook bij zijn zus, te weinig kind mogen zijn.

En die rol draag je mee, ook als volwassene. Soms krijgt hij het verwijt dat hij er niet genoeg is. Maar wat als je nooit de kans hebt gehad om je eigen leven te leiden? Als je altijd gewend bent geweest je gevoelens weg te cijferen en te zorgen voor anderen? Dan voelt zorgen veilig, omdat je niet beter weet – maar jezelf er laten zijn, dát is misschien wel de grootste uitdaging.

Knokken laat littekens, maar ook kracht

En toch: uit die strijd kwam kracht. Niet omdat het goed was dat het zo ging, maar omdat hij geen keus had. Je leert vechten voor erkenning. Voor rechtvaardigheid. Voor je plek in de wereld.

Ik ben trots. Trots op hoe hij zich heeft opgebouwd. Trots op hoe hij nooit is opgehouden om op te komen voor anderen. Trots dat hij, ondanks alles, altijd bleef werken, bleef geven, bleef doorgaan.

En misschien wel het meest bijzonder: hij is de meest zorgzame man geworden die ik ken. Juist door alles wat hij gemist heeft, geeft hij anderen wat hij zelf te weinig kreeg. Hij zorgt, beschermt, staat klaar – ook als dat betekent dat hij zichzelf soms vergeet.

Maar ik voel ook woede. Want hoe vaak hoor je niet de opmerking: “Met waar hij vandaan komt, is hij nog aardig opgedroogd.” Dat klinkt alsof je dankbaar moet zijn dat je ondanks je achtergrond toch nog een beetje toonbaar en succesvol bent. Dat is geen compliment. Dat is neerbuigend.

“Je weet niet wat er achter de voordeur gebeurt – oordeel maakt kleiner, begrip maakt vrij.”

Parallellen met scheiden

Zijn verhaal laat mij nadenken over scheiden, toen en nu. Hoeveel vrouwen zijn te lang gebleven bij een man die hen kapotmaakte, omdat het “een schande” zou zijn om te scheiden? Hoeveel kinderen groeiden op in een onveilige thuissituatie omdat de buitenwereld vond dat je niet weg mocht?

Gelukkig is er veel veranderd. Scheiden is tegenwoordig meer geaccepteerd. Mensen durven te kiezen voor zichzelf en hun kinderen. En nee, mensen scheiden echt niet “te snel”. Natuurlijk kan spijt een rol spelen als het gras groener leek aan de overkant. Maar blijven in een relatie die jou of je kinderen kapotmaakt? Dat is nog veel slechter.

Een scheiding is niet falen. Het is soms de enige manier om te zorgen dat een volgende generatie niet dezelfde littekens hoeft te dragen.

Stop met oordelen

Daarom zeg ik: laten we ophouden met oordelen. Je weet niet wat er achter de voordeur gebeurt. Je ziet niet de klappen, de angsten, de strijd die iemand voert. Je kent de verhalen niet van afkomst, van trauma, van het elke dag weer moeten knokken.

Oordeel maakt kleiner. Schaamte drukt neer. Het ontneemt mensen het recht om zichzelf te zijn en hun eigen pad te lopen. Dat is de harde waarheid.

En toch is er hoop

Maar er is ook hoop. Elke generatie kan breken met het zwijgen, met de schaamte, met het wegkijken. We kunnen verhalen delen, zodat anderen niet meer in stilte hoeven te lijden. We kunnen ruimte maken voor begrip, voor keuzes die beter zijn – ook al zijn ze moeilijk.

Het verleden tekent je, maar het hoeft je niet te ketenen. Knokken laat littekens achter, maar ook kracht. En wie ooit zo hard voor zijn plek moest vechten, weet als geen ander hoe belangrijk het is om anderen die plek wél te gunnen.

Laten we dat doen. Voor onszelf. Voor de kinderen die opgroeien. En voor al diegenen die bewijzen dat uit strijd ook zorg, kracht en hoop kunnen groeien.

Miranda Boerkamp
Miranda Boerkamp


Plaats een reactie:

Gerelateerde artikelen